arbo-beleid

Zowel het zelfstandige schildersbedrijf zonder personeel als het grotere schildersbedrijf met werknemers is gebonden aan diverse arboregels die de veiligheid van jou en anderen moeten waarborgen.
Wij zetten de belangrijkste zaken voor je op een rij. Informatie over de RI&E kun je terugvinden op de aparte RI&E-pagina.

Verplichtingen werkgever

In de Arbowetgeving zijn verplichtingen opgenomen waar werkgevers zich aan moeten houden:

  • Basiscontract met een arbodienst (dit kan via ons al vanaf €11,63 p/mnd per werknemer)
  • Het ontwikkelen en uitvoeren van arbeidsomstandighedenbeleid (Arbobeleid). De arbeid die in het bedrijf verricht wordt, mag geen nadelige gevolgen hebben voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. (wij hebben voor leden een arboregelement opgesteld)
  • Zo veel mogelijk gevaren voor de gezondheid van werknemers bij de bron aanpakken. Een voorbeeld hiervan is dat een machine die veel lawaai maakt, wordt vervangen door een stiller type.
  • De inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden, gebruikte arbeidsmiddelen en arbeidsinhoud zo veel als mogelijk aanpassen aan de persoonlijke eigenschappen van de werknemers. Dit geldt ook voor werknemers met een structurele functionele beperking door bijvoorbeeld ziekte.
  • Zo veel als mogelijk (‘redelijkerwijs kan worden gevergd’) voorkomen en beperken van monotone en tempogebonden arbeid.
  • Het opstellen en uitvoeren van een Risico- inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een Plan van Aanpak.
  • Het voorkomen en beperken van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.
  • Het geven van voorlichting en onderricht aan de werknemers. Bijvoorbeeld over arbeidsmiddelen of persoonlijke beschermingsmiddelen, maar ook over hoe er in een bedrijf wordt omgegaan met agressie, geweld en seksuele intimidatie.
  • Het melden en registreren van arbeidsongevallen en beroepsziekten.
  • Het voorkomen van gevaar voor derden in verband met de arbeid die door de werknemers wordt verricht.
  • Werknemers in de gelegenheid stellen om periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
Al deze zaken in één keer regelen!

Verplichtingen werknemer

Niet alleen werkgevers hebben verplichtingen, ook werknemers moeten zich aan een aantal regels houden. De belangrijkste verplichtingen van werknemers zijn:

  • Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op een juiste wijze gebruiken.
  • Op arbeidsmiddelen aangebrachte beveiligingen niet veranderen en niet weghalen en deze beveiligingen op de juiste wijze gebruiken.
  • Door de werkgever beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op een juiste manier gebruiken en op de daarvoor bestemde plaats opbergen.
  • Meewerken aan de voor werknemers georganiseerde instructie (’onderricht’).
  • De werkgever inlichten over opgemerkte gevaren voor de veiligheid en gezondheid in het bedrijf.
  • De werkgever en andere deskundige personen (preventiemedewerker, bhv'er, arbodienstverlener) indien nodig bijstaan bij de uitvoering van hun verplichtingen.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

De werkgever is verplicht Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) ter beschikking te stellen. De werknemer is vervolgens verplicht deze beschermingsmiddelen te gebruiken. Voordat een werkgever overgaat op het beschikbaar stellen van PBM, moet hij de arbeidshygiënische strategie volgen. Deze bestaat uit een aantal stappen:

  • Onderzoek of de risico’s bij de bron kunnen worden weggenomen. Bijvoorbeeld door een schadelijke stof te vervangen voor een veiliger alternatief.
  • Het wegnemen van de risico’s door een andere werkwijze te kiezen. Deze schermen alle werknemers af van het risico. Bijvoorbeeld het afzuigen van stoffen. Of het plaatsen van beschermkappen op machines.
  • Beperken collectieve maatregelen het risico niet afdoende, dan moet de werkgever proberen het risico voor individuele werknemers te beperken. Bijvoorbeeld door taakroulatie.

Blijven er risico’s over? Dan moet de werkgever PBM verstrekken. Het gebruik van PBM is daarom de laatste bescherming tegen een verwonding of het oplopen van een aandoening of zelfs beroepsziekte.

Verplichtingen werkgever en werknemer

De werkgever:

  • verstrekt persoonlijke beschermingsmiddelen gratis aan zijn werknemers.
  • geeft de benodigde voorlichting en instructie over juist gebruik en onderhoud.
  • geeft aan waar persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden.
  • houdt toezicht op het juiste gebruik.
    maakt afspraken over onderhoud en vervanging.

Naast de verplichtingen voor de werkgever, heb je als werknemer ook verplichtingen. De werknemer is verplicht:

  • de verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken.
  • deel te nemen aan voorlichting en instructie.
  • persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te onderhouden en op te slaan.

Leen je als schildersbedrijf krachten in, ben je als werkgever verplicht passende beschermingsmiddelen te verstrekken. 

Nieuwe arbowet

In 2017 is de Arbowet veranderd. In de vernieuwde Arbowet is de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening vergroot en staat preventie nog meer centraal. Zo is de positie van de preventiemedewerker versterkt, heeft het medezeggenschapsorgaan een grotere rol bij het arbobeleid gekregen en zijn de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts aangescherpt.

Werknemers moeten gezond en veilig kunnen werken. Daar zorgt de Arbeidsomstandighedenwet voor, ook wel bekend als de Arbowet. De Arbowet geldt voor alle werkgevers en werknemers in Nederland, dus bijvoorbeeld ook voor deeltijd- en flexwerkers, uitzendkrachten, personen met een nulurencontract en stagiaires.

Wat is er precies veranderd? De belangrijkste wijzigingen op een rij:

Basiscontract
Een van de belangrijkste punten van de vernieuwde Arbowet is de invoering van het basiscontract. Het basiscontract stelt minimumeisen aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers, onder andere over de toegang tot de werkvloer en de second opinion. In het basiscontract staan rechten en plichten voor de werkgever, werknemer en de arbodienstverleners. Uiteraard blijft de mogelijkheid bestaan om meer te doen, hiervoor kunnen maatwerkafspraken worden gemaakt.

Open spreekuur
In de vernieuwde Arbowet moet de werkgever ervoor zorgen dat de werknemer de bedrijfsarts kan bezoeken als hij vragen heeft over zijn gezondheid in relatie tot het werk, ook als de werknemer nog niet verzuimt of klachten heeft. Dit kan bijvoorbeeld via een open spreekuur. Iedere werknemer heeft dus het recht om zonder toestemming van de werkgever de bedrijfsarts te bezoeken. Dit heeft als doel klachten en verzuim te voorkomen.

Vrije toegang werkvloer
Daarnaast moet de bedrijfsarts ook iedere werkplek kunnen bezoeken om zo het bedrijf beter te leren kennen. Dit geeft de bedrijfsarts goed inzicht in de arbeidsomstandigheden en de belasting in het werk.

Second opinion
Indien de werknemer twijfelt aan de juistheid van het door de bedrijfsarts gegeven advies, kan de werknemer een second opinion van een andere bedrijfsarts aanvragen. Dit geeft een werknemer de mogelijkheid om het oordeel van de bedrijfsarts te laten wegen door een andere bedrijfsarts. Bedrijfsartsen moeten zo’n verzoek altijd honoreren, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om het niet te doen. De second opinion wordt door de werkgever betaald.

Adviesrol bedrijfsarts
In de vernieuwde Arbowet staat preventie nog meer centraal. Zo moet de bedrijfsarts de werkgever adviseren over het toepassen van preventieve maatregelen voor gezond en veilig werken van de werknemers. Ook is opgenomen dat de bedrijfsarts adviseert bij ziekteverzuimbegeleiding in plaats van bijstand te verlenen. Hiermee wordt benadrukt dat het de werkgever is die verantwoordelijk is voor de verzuimbegeleiding.

Melden beroepsziekten
Het signaleren en melden van beroepsziekten was al een taak van de bedrijfsarts. Het basiscontract stelt nu dat de bedrijfsarts beroepsziekten moet kunnen melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en hier dus ook tijd aan moet kunnen besteden.

Klachtenprocedure
Iedere bedrijfsarts moet een klachtenprocedure hebben zodat een werknemer een klacht kan indienen. Dit geldt voor alle bedrijfsartsen, ook als zij niet werkzaam zijn bij een gecertificeerde arbodienst en bijvoorbeeld werken als zelfstandig bedrijfsarts.

Duidelijkere rol preventiemedewerker
Naast de bedrijfsarts heeft ook de preventiemedewerker een stevigere rol gekregen in de vernieuwde Arbowet. Elk bedrijf moet ten minste één werknemer aanwijzen als preventiemedewerker. De preventiemedewerker heeft als taak te adviseren aan en samen te werken met de bedrijfsarts en andere arbodienstverleners. De benoeming van de persoon en de positie van de preventiemedewerker in de organisatie zal nu met instemming van de OR of PVT plaatsvinden.

Grotere medewerkersbetrokkenheid
Met de instemming op de persoon en de positie van de preventiemedewerker krijgt de OR meer betrokkenheid bij het arbobeleid. Daarnaast hebben de bedrijfsarts en andere arbodeskundigen de mogelijkheid om overleg te voeren met de OR, PVT of betrokken medewerkers. Werknemers en arbodeskundigen kunnen daardoor beter samenwerken en zijn zo goed betrokken bij het bedrijfsbeleid voor gezond en veilig werken.

Toezicht en handhaving
De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) kan werkgevers, arbodienstverleners en bedrijfsartsen sancties opleggen bij het niet naleven van de regelgeving en het basiscontract.

Veilig werken op hoogte

Valgevaar is een van de meest voorkomende oorzaken van een arbeidsongeval. Op een werkplek waar het gevaar bestaat van hoogte te vallen, moeten maatregelen worden genomen. Dat moet altijd bij een hoogte van 2,50 meter of hoger, maar ook onder de 2,50 meter moeten maatregelen worden getroffen als sprake is van een risico op vallen. Voor het veilig werken op hoogte heeft Volandis zogeheten A-bladen laten ontwikkelen waarin alles staat over het gebruik van ladders en trappen én rolsteigers.

Ladders en trappen

Ladders mogen worden ingezet om naar een hoger of lager gelegen tijdelijke werkplek te gaan, maar zijn niet geschikt om materialen mee naar boven of beneden te brengen. Bij het werken op hoogte mogen ladders of trappen alleen worden gebruikt voor kortdurende lichte werkzaamheden op wisselende locaties.
U dient vooraf altijd te beoordelen of het gebruik van een veiliger arbeidsmiddel dan een ladder of trap mogelijk is.
Om te beoordelen of uw trap of ladder geschikt is als werkplek dient u rekening te houden met:

  • Operationeel - economische beperkingen
  • Veiligheidstechnische berperkingen (bijv. door hoogwerker op de rijweg)
  • Stahoogte ladder max. 5 meter en trap 2,5 meter
  • Effectieve statijd ladder max. 2 uur en 4 uur trap
  • Maximale krachtuitoefening 50 N en 10 kg 
  • Maximale reikwijdte buiten ladder of trap 1 meter (binnen armlengte)

Is er sprake van beperkingen of kan niet worden voldaan aan deze eisen, is het gebruik van ladder of trap niet toegestaan. Daarnaast is de werkgever, die zijn werknemers op een ladder of trap laat werken,  verantwoordelijk voor de technische staat van de ladder of trap. Deze moet zich ervan overtuigen dat de ladder of trap periodiek is geïnspecteerd.

Meer informatie over het veilige gebruik van ladders en trappen is terug te lezen in het A-blad 'Ladders en Trappen'.

Rolsteigers

Niet goed opgebouwde rolsteigers zijn onnodig en gevaarlijk. Vanaf 2018 moet dit dan ook veiliger. Volgens nieuwe regelgeving mag je een werkplatform pas betreden nadat er rondom een leuning op heuphoogte is aangebracht. Zie hiervoor ook ons eerdere nieuwsbericht over de nieuwe regels.
Bekijk hieronder een gemakkelijke checklist om te kijken of u veilig werkt met de rolsteiger:

Algemeen

  • Kunnen de geplande werkzaamheden op een veilige manier met deze rolsteiger worden uitgevoerd?
  • Staat de rolsteiger op een voldoende horizontale, vlakke en draagkrachtige ondergrond?
  • Zijn er maatregelen getroffen voor verkeer en/of passanten?
  • Is er rekening gehouden met mogelijke obstakels (deuren, luifels en/of elektriciteit)?
  • Zijn alleen geïnspecteerdeen in goede staat verkerende onderdelen gebruikt?
  • Staan de wielen op de rem?

Stijfheid en stabiliteit

  • Staat de rolsteiger waterpas?
  • Is de rolsteiger compleet?
  • Zijn er voldoende diagonalen en horizontalen geplaatst, op de juiste positie gemonteerd?
  • Zijn de stabilisatoren juist geplaatst?
  • Indien verankering noodzakelijk: is de rolsteiger juist verankerd?
    (Houd hierbij rekening met doorwerk- en reclamezeilen! Raadpleeg bij hoogtes vanaf 8 meter buiten en 12 meter binnen de leverancier.)
  • Zijn alle onderdelen geborgd?
  • Is de steiger opgebouwd conform de handleiding opbouw en gebruik van de fabrikant?
  • Kunnen de werkzaamheden met de gerealiseerde werkvloerhoogte veilig worden uitgevoerd?

Opgang

  • Is de rolsteiger aan de binnenzijde veilig te beklimmen?
  • Zijn er voldoende rustbordessen(verspringende bordessen om de 2 meter of om de 4 meter geheel dicht gelegd)?
  • Zijn de rustbordessen aan beide zijden voorzien van heupleuningen? 

Werkvloer

  • Zijn er op de werkvloer heup- en knieleuningen gemonteerd?
  • Zijn er op de werkvloer kantplanken gemonteerd?
  • Is de werkvloer volledig dicht gelegd?
  • Zijn de platformen tegen opwaaien geborgd?

Daar waar met ‘nee’ is geantwoord, moeten passende maatregelen worden genomen, anders mag de rolsteiger niet worden gebruikt.
Bekijk voor meer informatie over het veilig gebruiken van een rolsteiger het A-blad 'Rolsteigers'.

A-blad rolsteigers

Zzp'ers en de Arbo-wet

De belangrijkste arboregels voor zelfstandigen op een rij
  • Een zzp’er die alleen werkt, hoeft zich niet aan alle arboregels te houden. Maar een zzp’er die op een klus zit waar ook anderen aan het werk zijn moet zich aan vrijwel alle wettelijke arboregels houden.
  • Zzp’ers die alleen op een klus zitten mogen geen arboregels overtreden die gaan over ernstige risico’s.
  • De arbeidsmiddelen waarmee zzp'ers mee werken moeten aan alle eisen voldoen. Alle voorschriften moeten worden gevolgd en alle beveiligingsmaatregelen worden toegepast. 
  • Gebruikt de zzp’er een arbeidsmiddel dat hem ter beschikking wordt gesteld, dat hij leent of dat hij huurt, dan is hij tijdens het gebruik bovendien verantwoordelijk voor de technische staat hiervan. Dit betekent dat de zzp’er verantwoordelijk is voor een vervoersmiddel, steiger of rolsteiger met gebreken.

Maatregelen de veiligheid bevorderen zijn van toepassing op alle zzp’ers.

  • Bij werken op hoogte is sprake van een direct gevaar voor de zzp’er of zijn omgeving. Daarom gelden voor hen dezelfde arboregels als voor een werknemer. Dus ook de zzp’er mag alleen bij uitzondering werken op een ladder. Ook mag de zzp'er niet zonder randbeveiliging een rolsteiger opbouwen of werken op een rolsteiger die niet is opgebouwd volgens de handleiding.
  • Het gebruik van PBM is verplicht voor zzp’ers als bescherming tegen gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen zoals kwarts, houtstof of asbest. Daarbij kan het gaan om adembescherming, veiligheidsbrillen, -schoenen en -handschoenen of veiligheidskleding. Ook een zzp’er mag niet zomaar werken met asbest.
  • Bepalingen die gaan over ergonomie (bij fysiek zwaar werk) en bescherming tegen lawaai zijn alleen van toepassing bij werken in een omgeving waar ook anderen werken. Is de zzp’er zonder anderen in zijn omgeving aan het werk en werkt hij niet op aanwijzing van anderen, dan is het zijn eigen keus om zichzelf al dan niet te beschermen. 
  • De zzp’er moet altijd gevaar voor derden voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan wegspringende delen die anderen kunnen raken. Of aan vallende materialen of voorwerpen bij werken op hoogte. 

Meer weten?

We praten je graag bij!

Is de informatie in onze kennisbank niet datgene wat je zocht of wil je gewoon meer over een onderwerp weten, neem dan contact met ons op en wij helpen je graag verder.

Onze partners